dinsdag 19 mei 2009

De inbreker en de schreew



Er was een diepe, niet zo lange schreeuw en ik vermoedde dat die uit mijn keel kwam. Het was vier uur in de ochtend en ik plakte tegen mijn matras. Hij was erg symmetrisch geweest, zacht hard zacht. ‘WHAAHW’, klonk het. Een bijna bolle angstkreet, gesloten, zonder nagalm.

Nagalm, dat was beter geweest. Ook ontbraken er g’s, en een langgerekte r misschien. Een schreeuw als deze lacht een inbreker zo weg.

Ik was in mijn oude kamer in Boechout. Mijn kleine zus kwam totaal verlamd van angst mijn kamer binnen. De honden woest aan hun ketting. (Mijn ouders hebben geen honden, maar die naast mijn huis, hier in San Marcos, blaften van wel). Ze schokte dat... er een inbreker in huis was... en dat hij haar. Volgde. Op dat moment zagen we een schaduw mijn kamer binnenkomen.

Bang is een te kort woord. Schrik klinkt enger. Ik bedacht dat schreeuwen het beste was maar er kwam enkel gepiep uit. Dat kon niet zijn, ik moest mezelf vermannen en brullen als een leeuw. Alarm slaan, verstijfd of niet.

Het klonk als een huilende wolf. Of iets anders met veel verdriet (la llorona). Het was de meest angstige kreet die ik ooit heb gehoord. Het was donker en ik wist niet waar kijken.

1 opmerking:

  1. Och arme, wat eng....
    en geen mama in de buurt om naar te roepen
    Is er al terug licht?
    Dan kan je een gepast beeld zoeken want die zijn altijd zo raak.
    la mama

    BeantwoordenVerwijderen

 
Creative Commons License
werk van Sam Verhaert is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 2.0 België licentie.