zondag 3 mei 2009
Het masterplan van de straathond
Foto Alex Montandon
Straathonden hebben op het eerste zich niet echt een plan. Ze liggen er meestal eenzaam bij, als zwabbers in de goot der vergetelheid. Krabben zich verveeld achter hun hangoren, vangen een vlo tussen hun hoektanden of dromen rusteloos van iets lekkers. Of van een baasje.
Niet zelden moeten ze wegduiken voor goed gemikte stenen in achterafsteegjes, of hun staart intrekken voor voorbijrazende vierwielers. Blaffen ze niet dan bijten ze in het stof. Soms gaan ze op snuffel om een been te vinden of iemand waarmee ze erom kunnen vechten. Gewoon om een robbertje te grommen.
Maar soms scherpen de schoeljes hun tanden om in bende de straten af te schuimen. Met schuim op de bek maken ze passanten duidelijk dat de straat hún huis is. Dat de roedel regeert. Piraten en tolmeesters van de weg.
Sommige teefjes vinden dat imposant. Daarmee zetten ze zich dan aan het vrijen. Niet te lang, dat laat het straatritme niet toe, maar wel erg vaak. Erop, erin en erover, planmatiger dan je zou denken.
Op termijn proberen ze tot meer veredelde straathonden te komen. In een uniform grijs, zonder vlekken of rare oren, een type dat bij regen kan kwispelen. Een door weer en wind gevormde, diep doorwinterde soort, een groep opperbastaarden, over de grenzen heen. Die orde op zaken gromt. Het recht van de blafste.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
betonnen territoria zijn hard
BeantwoordenVerwijderenTijs
Als er je plots zo'n bende de weg verspert, en de reuën in rijen om je heen beginnen cirkelen zodat de teefjes bevallig beginnen kwijlen en blafferig kirren, kan je altijd nog proberen met veel vertoon en vaste hand "Toens onze Mops" in te zetten. Het ritme is eenvoudig en zelfs de gemiddelde Guatemalteekse straathond moet zich aangesproken voelen. Wie weet kan je wel betrokkenheid en welbevinden scheppen bij de viervoeterige vrienden...
BeantwoordenVerwijderenEn anders bijt je maar van je af!