donderdag 30 juni 2011

Een Belgische asbestberg in Argentinië

In een buitenwijk van Buenos Aires ligt tachtigduizend ton asbestafval. (Foto Edgardo Lobos)


Niemand keek ervan op toen eind jaren negentig tienduizend met bouwafval gevulde vrachtwagens door de buurt reden. In González Catán, op veertig kilometer van Buenos Aires, was afval een onderneming als een andere. Het bijzonder transport van Eternit Argentina S.A., een filiaal van de Belgische multinational Etex Group, reed tussen de rookpluimen van de officiële en clandestiene stortplaatsen door.

Aan een uitgegraven kuil, een hectare van zeven meter diep, hielden ze halt om er tienduizenden kubieke meters met asbesthoudende golfplaten, leidingen en cementresten in te kieperen.

Er ging een zeil overheen en niemand keek er meer naar om. Maar afval trekt afval aan. Bewoners ontdekten het asbeststort eind 2010 en informeerden gemeenteraadslid Lobos. Twaalf jaar na het begin van de stortingen voeren ze, samen met Greenpeace, actie.

Groeiende berg

“Zie je die muur?” vraagt raadslid Edgardo Lobos. “Die heeft Eternit hier deze week gezet, nadat ik klacht indiende en Greenpeace het verhaal aan de grote klok hing. Daarvoor werd het terrein enkel afgespannen door een draad. Er was niet eens een gevarenbordje. Iedereen kon hier zomaar binnen en buiten.”

Gemeenteraadslid Edgardo Lobos naast een vervuilde rivier in González Catán (Foto Sam Verhaert)

Hij wijst naar het bultige, overwoekerde terrein achter de muur. “Dit is een ‘beveiligde opslagplaats’ voor asbestresten, una celda de seguridad. Vreemd genoeg is de berg met de jaren blijven groeien. Het bouwafval is blootgesteld aan de weerselementen. Op een paar honderd meter hiervandaan liggen vier woonwijken en asbestvezels hou je niet tegen met een muur.”

“Dat klopt,” zegt asbestexpert Eduardo Rodríguez. “Het inademen van een minimale hoeveelheid microscopische vezels kan dodelijke ziektes als longkanker, asbestosis en mesotelioma veroorzaken, zelfs tientallen jaren later.” Volgens de dokter is er geen vuiltje aan de lucht zolang de viezigheid zorgvuldig is begraven. “Maar als dat niet het geval is, zoals Greenpeace zegt, dan heeft González Catán er een probleem bij.”

Helikopter

González Catán is een dramatisch uit zijn voegen gebarsten dorp – even groot en dicht bevolkt als de stad Luik – dat tegen Buenos Aires aanschurkt. Maar voor de bewoners is de Argentijnse hoofdstad ver weg: “God is overal maar doet zijn zaakjes in de hoofdstad,” zegt één van hen. De skyline van González Catán wordt gemarkeerd door de groene vuilnisbergen van één van de grootste storten van de hoofdstad.

Het dorp is één van de vergeten steden in het stroomgebied van de Matanza-Riachuelo. In dit niemandsland wonen vijf miljoen inwoners? Dat is twaalf procent van de Argentijnse bevolking. Meer dan de helft van hen heeft geen riolering. Decennialang loosden leerlooierijen, papierfabrieken en andere industrieën ongestraft hun chemicaliën en zware metalen. De industrie, de bewoners en de opslag van vuilnis maakten het stroomgebied tot één grote risicozone in de achtertuin van Buenos Aires.

Greenpeace voert actie op de beveiligde opslagplaats van Eternit, februari 2011

Om het probleem in la capital op tafel te krijgen schakelden raadslid Lobos en de buurtbewoners de hulp en de camera’s van Greenpeace in. De milieubeweging kwam zelf bodemstalen nemen en in februari 2011 cirkelde er een helikopter boven het veld. Een spandoek waarschuwde voor ‘Gevaarlijk Afval’.

Tien bodemstalen

“We vonden bouwresten tot aan de kant van de weg,” zegt campagneleider Consuelo Bilbao van Greenpeace, “terwijl de wet zegt dat er een veiligheidsperimeter van vijftig meter rond het stort moet zijn. Eternit dekte het asbestafval wel af met een plastic membraan, maar dat zit slechts zestig centimeter diep onder de grond in plaats van de vereiste twee meter. En in de beschermende grondlaag die daarboven werd gestort vonden we eveneens asbest. Het Nationaal Instituut voor Industriële Technologie (INTI) en een gespecialiseerd laboratorium in Texas, bevestigden in zeven van de tien bodemstalen dertig procent chrysotiel (witte asbest, nvdr).”

“Dat is vrij hoog,” geeft Karel De Wilde, persvoorlichter van Etex Group, aan de telefoon in Brussel, toe. Maar zolang de vezels ingekapseld zitten in het beton is er volgens hem geen gevaar. “De storting gebeurde volledig volgens het boekje.”

Resten van verhard cement bovenop de stortplaats (Foto Edgardo Lobos)

Het boekje

Maar wat zegt het boekje eigenlijk over tachtigduizend ton asbestafval? Volgens de milieuwetgeving van de Provincie Buenos Aires hoort het giftig goedje thuis in een ‘beveiligde opslagplaats’. Oorspronkelijk lag het asbestafval midden in de woonwijk San Justo, 15 kilometer verder. Toen Eternit de fabrieksterreinen in San Justo van het bedrijf Monofort overkocht in 1989, kreeg het bedrijf er die afvalberg bij.

Die moest daar weg. Wat ooit werd aangeprezen als hittebestendige en nimmer verslijtbare vezels – asbestos is Grieks voor onvernietigbaar – verhuisde uiteindelijk van San Justo naar de vergeetput van het meer landelijke González Catán.

“Eternit heeft veel geïnvesteerd om van dat afval af te geraken,” zegt dokter Rodríguez. “De onderneming kende de gevaren van asbest. In verschillende landen spanden asbestslachtoffers immers processen aan. Bovendien wisten ze dat ik, in opdracht van het Ministerie voor Volksgezondheid, een wettelijk verbod op asbest aan het uitwerken was. In 2003 zou dat rond zijn, twee jaar vroeger dan in Europa. Op dat moment had de Etex Group zelf de vezel al definitief uit haar vestingen gebannen.”

Gestolen omheining

Maar hoe verklaart het bedrijf dan dat er bouwmaterialen met het Eternit-zegel open en bloot tussen het onkruid liggen? Karel De Wilde: “Iedereen gebruikt bouwmaterialen van Eternit in Argentinië. Dat betekent niet dat wij het daar gestort hebben. We gaan dat opruimen, uiteraard, maar het is niet van ons.”

In mei 2011, na herhaalde acties van Greenpeace ommuurde Eternit het terrein (Foto Sam Verhaert)

Kon iedereen daar dan zomaar binnen en buiten wandelen om zijn cementresten, leidingen en dakpannen te storten? Agustín Cozzi, zaakvoerder van Eternit Argentinië heeft een antwoord: “We hebben veel problemen gehad met de beveiliging van het domein. González Catán is geen eenvoudige buurt. Onze omheining is verschillende keren gestolen en de bewaker van het terrein is een paar keer overvallen.”

Voor Greenpeace zijn dat flauwe excuses. “Het is Eternits verantwoordelijkheid om het terrein te bewaken.” benadrukt Consuelo Bilbao. “Es una celda de seguridad!”

Foute vijand

Waakt er eigenlijk iemand over bedrijven als Eternit? “Hier in González Catán is alles toegestaan,” gromt oppositielid Lobos. Daarom klaagde hij naast Eternit ook de verantwoordelijke plaatselijke autoriteiten aan, maar daar wringt het schoentje: dat blijken er meer dan een te zijn.

Het stroomgebied van de 64-km lange Matanza-Riachuelo valt immers onder drie jurisdicties: de nationale Staat, de Provincie Buenos Aires en de Autonome Stad Buenos Aires. Een ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ was jarenlang synoniem voor ‘geen verantwoordelijkheid’. Het resultaat hoopte zich letterlijk op in González Catán.

Het terrein ligt vlakbij verschillende woonwijken (Google Maps)

Lobos’ klacht ligt nu op het bureau van de rechter. Of in de kast. Eternit-zaakvoerder Cozzi is er alleszins van overtuigd dat zijn bedrijf niets te vrezen heeft. “Dit is een storm in een glas water. Een kleine onvoorzichtigheid van onzentwege. Er zijn duizenden actoren die dit gebied maken tot wat het is. Raadslid Lobos en Greenpeace hebben de foute vijand gekozen.”


dinsdag 28 juni 2011

[Aankondiging artikel] Een Belgische asbestberg in Argentinië

In een door God vergeten buitenwijk van Buenos Aires ligt tachtigduizend ton asbestafval. Eternit Argentina, een filiaal van de Belgische bouwmaterialenreus, begroef het er twaalf jaar geleden in een beveiligde opslagplaats die allesbehalve veilig blijkt. Een onderzoek uit Argentinië.



Lees het volledige artikel donderdag 30 juni 2011 op Apache.be

maandag 27 juni 2011

[foto] Verlaten slachthuizen, verdronken dorp en de pampa


Back in the twentieth century, Villa Lago Epecuén was a touristic village at a lake in the province of Buenos Aires. Due to heavy rainfalls in 1985, the village was inundated by the salty waters of Lake Epecuén, reaching 10m high. When water withdrew, a spooky town arose.


In the flat province of Buenos Aires, a few towers arise. It are slaughterhouses in decay, designed by the architect Salamone, who was inspired by fascist architecture (nice website, Spanish only).


A trip in black and white through the fields of Buenos Aires, Argentina

woensdag 8 juni 2011

Sokken als een bolletje in de wasmand

"Lief, wil jij je sokken in het vervolg niet meer als een bolletje in de wasmand gooien?"
... en andere huishoudelijke bekommernissen. We worden groot. We worden groot.

zondag 5 juni 2011

Vier meisjeshanden

Vier meisjeshanden rond een schermpje. Veel zwart: basketters, mutsen, en wimpers vier jaar langer geschminkt. Een paar knalgroene en een twee knalrode handschoenen die rond elkaar kruipen. Laat mij, nee laat mij. Aan hun vingertoppen likt de kou. Die zijn bloot want hele handschoenen zijn stom. Gele ook. Twintig wriemelende vingers die gniffelen om de foto's van zichzelf waarop ze elkaar proberen zijn. Kijk mij, nee kijk mij.
 
Creative Commons License
werk van Sam Verhaert is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 2.0 België licentie.