maandag 16 november 2009

‘Een gram bloed is meer waard dan een ton goud'

De Standaard, zaterdag 14 november 2009

SAM VERHAERT

Ongelijk duel in Guatemala: Belgische missionaris versus Canadese goudreus
— Een Oost-Vlaamse pater in Guatemala neemt het op tegen een van de grootste mijnmaatschappijen ter wereld. Hij organiseert de Maya-indianen in hun verzet tegen een goudmijn. Het dorp is verscheurd: ‘Als de confrontatie niet snel stopt, ontploft het hier.'



Vanop een reclamepaneel lacht een indiaan met een helm op de weggebruiker toe.‘Ik geloof in de mijn want ik geloof in ontwikkeling', luidt de bijbehorende slogan. Getekend: Goldcorp Inc. Bulldozers rijden af en aan tussen de steile maïsvelden. Het asfalt is nog vers in deze uithoek van Guatemala, Midden-Amerika.

Plotseling scheuren een terreinwagen met militairen en een vrachtwagen met explosieven voorbij. Explosieven? Een mijn die zeven ton goud en negentig ton zilver per jaar opdelft, heeft veel springstof nodig. Militairen? Het dynamiet mag niet in verkeerde handen vallen. ‘De burgeroorlog mag dan al dertien jaar voorbij zijn', vertelt pater Eric Gruloos, ‘maar het sociaal conflict dat de goudmijn de laatste maanden in mijn dorp veroorzaakt, doet me er vaak aan terugdenken. De spanning is hier te snijden.'

De missionaris uit Maarkedal (60), spil in het conflict, maakt weinig zinnen af. Hij spreekt vlotter Mam dan Maarkedals, en er is veel te vertellen. ‘Het is ironisch. De eerste bulldozer in San Miguel Ixtahuacan heb ik destijds gekocht. Toen ik hier aankwam, waren er geen wegen. Ik liet een Maya de machine besturen. Die bulldozer werkte bevrijdend.'

24 jaar geleden, bij zijn aankomst in San Miguel, trof Gruloos een overwoekerde kerk. De vorige pastoor was gevlucht tijdens het gewapend verzet dat in 36 jaar 200.000 doden en een ontwrichte samenleving achterliet. Toen guerrilla en staat in 1996 een vredesverdrag sloten, vlogen de grenzen open voor buitenlandse bedrijven. Lakse milieuwetten, lage belastingtarieven en stijgende metaalprijzen leidden tot een snelle uitverkoop van de Guatemalteekse bodemrijkdommen. De Wereldbank sponsorde Montana Exploradora met 45 miljoen dollar om in naam van de Canadezen de Marlin-mijn uit te baten. Het vlakbij gelegen dorp reageerde euforisch: ‘San Miguel is gered uit de armoede!' Gruloos was nuchterder: ‘Ik heb de impact van mijnen in Peru gezien. Het is niet al goud wat blinkt.'

Moord en brand


Foto Alejandro Alfaro

De zaak begon te escaleren in maart van dit jaar. Zoals elke dag praatte padre Eric op de parochieradio over het leven in San Miguel. Die dag sprak hij over de barsten in een honderdtal huizen aan de rand van de mijngroeve. Slecht gemetseld, volgens Montana. Het gevolg van de explosies en het zware transport van de mijn, volgens Amerikaanse burgerlijke ingenieurs van het Unitarian Universalist Service Committee.

Zuster Maudilia, voorzitter van het Miguelens Verdedigingsfront (FREDEMI) en Gruloos' rechterhand in het verzet tegen de mijn, sloeg de marimba aan en een kinderkoor viel in met een lied geschreven door de pater, dat via de radio tot over de verste akkers schalde: ‘Wat gebeurt er toch met ons dorp? De angst verlamt ons. Waar verberg je je, God? Een gram bloed is toch meer waard dan een ton goud.'

Plotseling werd een briefje onder de deur van het radiolokaal geschoven, afkomstig van de Organisatie voor de Sociale Schoonmaak. ‘We hebben de dictator die ons volk kwam verdelen gevraagd terug te keren naar zijn land. Hij wil niet luisteren, onze kogels zullen hem dus naar de andere wereld helpen.'

Gruloos besloot kalm te blijven en niet te reageren. Pas drie maanden later, in juni, luidde hij voor het eerst in 24 jaar de alarmbel. Toen klaagden inwoners van Agel, een gehucht naast de mijn, over testboringen van Montana op hun gronden. Ze vreesden voor hun watervoorraad. De Marlin-mijn verbruikt twaalf liter water per seconde, meer dan een miljoen liter per dag. Volgens zuster Maudilia komt een boerenfamilie daar 91 jaar mee toe. Er zouden in de regio acht waterputten opgedroogd zijn sinds de komst van de mijn.

Gruloos ging poolshoogte nemen, maar kon het conflict niet oplossen. Twee dagen daarna stak een boze menigte de boorinstallaties en een pick-up van Montana in brand. Moederbedrijf Goldcorp schreeuwde moord en brand. Canada communiceerde dat een pastoor en zijn non boeren met stokken, machetes en pistolen aanvoerden. ‘Ik heb nog nooit een wapen gezien,' zegt Gruloos daarover. ‘De mijn heeft me nooit om mijn versie gevraagd. Ze logen, zoals ze altijd liegen.'

Na het incident vroeg de ceo van Montana in een persoonlijke briefwisseling met de bisschop van het departement San Marcos om Gruloos weg te halen uit San Miguel. Maar de bisschop bond niet in: Gruloos blijft.

Op 16 juni, een paar dagen na de brand, organiseerde Montana een vredesmars van de mijngroeve naar de kerk. 1.400 in het wit uitgedoste werknemers en sympathisanten van het mijnbouwbedrijf legden bij de kerk witte rozen neer en eisten het vertrek van de dorpspastoor. ‘Waarom geweld nu er vrede heerst?', klonk het. ‘Stop het aanzetten tot geweld, padre!'

‘Dat was het begin van een lastercampagne waarin het bedrijf me systematisch beschuldigt van het aanzetten tot geweld', zegt Gruloos. ‘Ik heb een klacht ingediend en een open brief geschreven aan Goldcorp.' In die brief neemt Gruloos geen blad voor de mond: ‘Uw bedrijf zet zijn arbeiders tegen ons op. Als de confrontatie niet stopt, kan het hier ontploffen.'

Zware metalen



Zondagochtend. Mannen met cowboyhoeden en vrouwen in geruite rokken, hun kind op de rug, stromen de kerk binnen. Aan het altaar projecteert de pastoor foto's die een onderwijzer van zijn leerlingen maakte: zieke kinderen met zweren en kale plekken. Druk gefluister: ‘Zouden er toch te veel zware metalen in het water zitten?'

COPAE, een onderzoekscommissie van het bisdom die het rivierwater analyseert, beweert dat al twee jaar. ‘We onderzoeken de rivieren stroomopwaarts en stroomafwaarts van de mijn,' legt biologe Ana Gonzalez uit. ‘Stroomopwaarts is er geen probleem. Voorbij de mijn overschrijden de hoge concentraties arsenicum, koper, zink en andere metalen de normen van de Wereldbank en laten ze die van Canada ver achter zich. Wie het water gebruikt om te wassen, zijn akkers te besproeien of te koken, kan ziek worden.'

Maar niet iedereen gelooft de onderzoekscommissie van het bisdom. Niet onpartijdig genoeg en niet verbonden aan een gecertificeerd laboratorium, luidt het. Het Guatemalteekse ministerie van Milieu zegt geen middelen te hebben om het water of de zieke kinderen te onderzoeken. En Montana wijt de huidziektes aan gebrekkige hygiëne.

Goudontginning is volgens ngo's als Oxfam en Earthworks nochtans één van de meest vervuilende industrieën ter wereld. De impact op het landschap is enorm — waar een berg is, komt een krater — en om de gouddeeltjes aan de afgegraven rotsmassa te onttrekken wordt cyanide gebruikt, een erg giftige stof.

In 2008 besproeide de Marlin-mijn 1.845.000 ton bergwand met een cyanideoplossing. Dat zijn 13 olympische zwembaden vervuild rotsafval per week. In haar vijfjarig bestaan gebruikte Montana meer dan 3,2 miljoen kg cyanide. Het grootste milieugevaar dat moderne dagmijnbouw meebrengt, zo geeft de mijnindustrie zelf toe, is zure mijndrainage. Dit onomkeerbare proces treedt op als sulfiden van de afgegraven rotsmassa in contact komen met de weerelementen en het rivierwater verzuren. Gruloos vreest voor de landbouw in zijn dorp: ‘Als Montana hier in 2015 vertrekt, blijven wij met een ondergrond vol zware metalen zitten.'

Wegen en schooltjes



‘Na de ochtendmis werd ik aangesproken door de moeder van de onderwijzer die de foto's van zijn zieke leerlingen maakte', vertelt Gruloos. ‘Of ik alsjeblieft wilde verzwijgen wie die foto's nam, omdat ze bang was voor haar zoon. Om maar te zeggen wat voor een angstklimaat hier heerst.'

Volgens Gruloos komt die angst voort uit het geld dat de mijn in San Miguel binnenbrengt. ‘Montana betaalt zijn werknemers meer dan behoorlijk: de ongeschoolde arbeiders verdienen tweehonderd euro, zeventig euro meer dan arbeiders in de rest van het land. Die arbeiders zijn tot veel in staat om hun inkomsten te verdedigen. Ze waarschuwen mijn catechisten dat er bloed zal vloeien als ze nog over de vervuiling spreken. Of ze komen 's nachts, in een dronken bui, in de lucht schieten voor hun huis.'

Daarnaast investeert de mijnmaatschappij fors in de gemeenschappen: asfaltwegen, bruggen, elektriciteit, schooltjes en een gezondheidspost in de kleuren van haar logo. ‘Wie zich openlijk tegen de mijn verzet, krijgt de hele gemeenschap over zich heen: “Als jij met die pater blijft samenwerken, is het jouw schuld dat we straks geen asfaltweg krijgen”. Het is een vorm van terreur.'

Kruimels voor de armen


Foto Steven Heyvaert

Een andere onderwijzer, Sergio Lopez (35), is het daarmee eens. ‘Op een buurtvergadering in augustus werd beslist om de kleine projecten die Montana ons aanbood, niet te aanvaarden', zegt hij. ‘Omdat ik een van de weinigen in het dorp ben die kan schrijven, werd mij gevraagd om het verslag van de vergadering te maken. De vergadering verliep zonder problemen, maar 's avonds stond mijn buurman plots voor mijn deur te schreeuwen dat ik naar buiten moest komen, dat hij me zou vermoorden. Ik was bang en sloot me op in mijn kamer. De man verkoopt bouwproducten die Montana zou kunnen gebruiken in zijn projecten. Hij was boos was dat die waren weggestemd.'

De investeringen van Montana in San Miguel beliepen tussen 2006 en 2008 zo'n 1,2 miljoen euro. Toch geen klein bier.

‘Dat zijn kruimels voor de armen,' vindt Gruloos. ‘Zeker in vergelijking met het geld dat naar Canada vloeit, gaat het om verwaarloosbare bedragen.'

Montana maakte in diezelfde periode dankzij de stijgende goudprijs een nettowinst van 123 miljoen euro. Moederbedrijf Goldcorp, dat zich er in zijn jaarrapport op beroept 's werelds efficiëntste en snelst groeiende goudproducent te zijn, bezit veertien mijnen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika: goed voor 1,5 miljard euro nettowinst sinds 2006.

‘Die gemeenschapsprojecten moeten van de overheid komen', zegt Gruloos, ‘niet van een bedrijf dat de publieke opinie voor zich wil winnen. Op feestgelegenheden staan ze hier als Sinterklaas snoepjes uit te delen aan de kinderen. De ouders krijgen een kippenbil. Dat is gewoon pervers.'

Goldcorp verbindt zich ertoe sterke, open en transparante relaties op te bouwen met de gemeenschappen. ‘Daar betalen we vijfentwintig promotoren voor', zegt Filogonio Gomez, woordvoerder gemeenschapsontwikkeling bij Goldcorp. ‘Vijftien daarvan zijn lokale leiders in de gehuchten rond de mijn. Die informeren de mensen over het bedrijf, en omgekeerd. Ze voelen perfect aan wat er leeft in hun gemeenschap.'

‘En daar profiteert de mijn van,' vult Gruloos fel aan. ‘In de burgeroorlog ging men op dezelfde manier te werk om gemeenschappen te controleren. Ze zoeken openingen om verdeeldheid te zaaien. Familiedisputen of alledaagse conflicten komen plots in het teken van het mijnconflict te staan. Ze bieden bijvoorbeeld de zus van lokale verzetsleiders werk aan, om hun tegenstanders te muilkorven. Hele families worden uit elkaar gescheurd.'

Dina Aloi, bij Goldcorps hoofd Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, kaatst de bal terug. Ze begrijpt niet dat de katholieke kerk mensen tegen elkaar opzet en verdeeldheid zaait. De Belg in zijn pastorij blijft lang stil als hij die uitspraak krijgt voorgelegd. ‘Kijk, Guatemalteken hebben een aangeboren respect voor gezag', zegt hij uiteindelijk. ‘Vrouwen zwijgen als ze slaag krijgen, boeren onderwerpen zich slaafs aan koffiebazen... Maar soms moet je tegen het gezag ingaan. Het is voor het eerst in 24 jaar parochiewerk dat ik sommigen vrijuit hoor spreken.'

Prostitutie is geen ontwikkeling


Foto Alejandro Alfaro

‘Ach, ze verwijten me ook dat ik de revolutie preek, omdat ik over de sociale en ecologische impact van de mijn spreek in plaats van over God. Ze willen dat ik een voorbeeld neem aan de Pinkstergemeenschappen hier, en me beperk tot evangeliseren. De meeste evangelische kerken, die twee derde van de dorpsbewoners hier ontvangen, zwijgen in alle talen over de mijn. Ze houden de mensen kalm. Ik ben er zeker van dat Goldcorp daar miljoenen in pompt. Het bedrijf misbruikt het geloof. Vertel mij eens, waar zit God in de globalisering? Bij de rijken of bij de armen?'

Wil Gruloos de goud- en zilvermijn dan weg? De pastoor twijfelt. ‘Je kunt de mijn niet plots sluiten. Meer dan 800 grote gezinnen zijn er afhankelijk van. Dat is misschien een vijfde van San Miguel, een arm dorp waar één op de tien het geluk in de VS gaat zoeken.'

Gruloos weet dat hij San Miguel geen alternatief kan bieden. Maar hij wil dat de onrechtvaardige leegroof stopt. Goldcorp betaalt maar één procent van de totale productie aan de staat voor het gebruik van de natuurlijke rijkdommen. De helft daarvan is voor San Miguel. ‘Goldcorp volgt de regels van het spel en schuift alle verantwoordelijkheid af op de staat, en eigenlijk hebben ze gelijk. Maar dan moeten ze ook niet zeggen dat ze ontwikkeling brengen.‘Vóór de komst van de mijn waren er tien cafés in het dorp, nu 44. Men zegt dat er prostitutie is. Dat heeft niets te maken met ontwikkeling. In het Mam bestaat er niet eens een woord voor.'

‘Sinds de komst van de mijn staat alles hier op zijn kop voor het geld. Ik zeg het niet graag, maar een goudmijn haalt het slechtste in de mens naar boven.'

5 opmerkingen:

  1. Dit weekend De Standaard gelezen. Ten huize Verhaert, wat dacht je. Al die andere pagina's lagen al in de stoof.

    Proficiat Sam!
    Goed geschreven. Ben er van overtuigd dat dat je roeping is.

    Tot snel,
    Johan

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Knap artikel, Sam. Ik ga akkoord met wat hierboven gezegd wordt: dit is iets wat je moet vasthouden en uitbouwen...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. De reacties op dit artikel betreffen complimenten voor de auteur. Of deze daar blij om moet zijn valt te betwijfelen. Blijkbaar is de auteur er bij Johan, Marie en Anoniem er niet in geslaagd te laten doordringen wat er in San Miguel aan de hand is. Treurig. Slaat zoveel onrecht dood? Nee, op andere sites kun je zien dat gestreden wordt tegen deze supermacht die mens, milieu en cultuur vernietigt in het kielzog van haar honger naar geld.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Adriane, het is ook droevig als er onterecht soortgelijke veronderstellingen worden gemaakt over de lezer en zijn leeservaring. Als je zou lezen wat er staat, moedig ik Sam (die ik al heel lang ken) aan om meer van dit soort artikels te schrijven, net omdat hij de juiste toon vindt om zulke kwesties aan te snijden. Dit onrecht laat me zeker niet onberoerd, maar op deze manier heb ik weinig zin om uit te leggen wat het met me doet en wat ik doe. Pluis dan maar eens mijn blog uit. Mvg, Marie

    BeantwoordenVerwijderen

 
Creative Commons License
werk van Sam Verhaert is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 2.0 België licentie.