Vier keer heeft hij het me gevraagd. Dat is niet weinig op drie jaar. Vier keer samen met de coördinator in een klein en kil achteraflokaaltje, om niet gestoord te worden door collega’s die hun cafeïneverslaving in de keuken kwamen inlossen. Vier keer dezelfde vraag, op dezelfde officiële toon, achter dezelfde gesloten deur. Meestal frulde ik wat met het dopje van een fles bruiswater om dan te bedenken dat dit misschien liet uitschijnen dat ik zenuwachtig was. Wat ik niet wilde zijn.
De vraag. Of ik van mijn vier/vijfde geen voltijdse wilde maken nu er ruimte voor was. Van 30 uur en 30 minuten arbeid naar 38 uur zonder meer. Ik heb vier keer naar de wand achter de coördinator gekeken – licht vergeeld glasvliesbehang met een oude poster van een Globelinkactiviteit. Als een vraag zo gewichtig gesteld wordt, mag het antwoord er niet uit flappen. Dat lijkt me weinig professioneel. Dat ik er dus over zou nadenken. Dat verliep in drie fases.
De radicale fase: nope, geen denken aan! Vol-tijds, dat klinkt even eng als het in werkelijkheid is. Met het woonwerkverkeer en de treinvertragingen erbij, komt dat neer op 60 procent van je wakkere uren werken. Arbeid maakt bijlange niet vrij. Ik mag een dwaas heten als ik zou zwichten voor deze uitbuitende werklogica. ‘I’m free!’ (en ik spring op de motorkap van een passerende Mercedes).
De realistische fase: het systeem brengt me aan het twijfelen. De meeste vrienden en collega’s hunkeren naar een full time. Meer werk, meer poen, meer geluk. Welke carrièrekansen laat ik bovendien niet schieten door hier niet op in te gaan? Ik ben een luiwammes als ik dit laat liggen.
De rustige fase: leunt aan bij de radicale fase maar dan minder rechtdoorzee. Ik heb huis, partner, auto noch kind (af) te betalen dus financieel heb ik die extra dag niet nodig. Een vrije vrijdag (!) geeft me ruimte om al een beetje uit te rusten vóór het weekend en ook op vrijdagavond actief te zijn. Dat zouden mijn “k ga toch nt komen, blf id zetel zittn, ben kapot vd werkweek”-vrienden beter ook doen. En bovendien behoud ik zo de tijd voor mijn vrijwillige engagementen.
Vier keer heb ik beleefd geweigerd na het doorlopen van deze fases. Om begin november plots zelf de vraag te stellen, met twee flessendoppen in de hand en drie in de mond: of ik van 4 op 5 naar 0 op 5 kon gaan. Paukenslag, een koude tocht door het achteraflokaal. Ik heb mijn ontslag gegeven om negen maanden voor CATAPA te gaan werken in Guatemala. Vrijwillig. Om de boerengemeenschappen te ondersteunen die zich bedreigd weten door mijnbouwmultinationals. ’t Is de som van alle vrije vrijdagen bij elkaar. ’t Is weer vijf op vijf maar dan anders. ’t Is de radicale, realistische en rustige fase in één.
Straffe, moedige en juiste keuze, Sam. De enige bedenking die ik me kan maken, is dat het zo spijtig is dat er zoveel heen-en-weergegroet werd en dat er te veel momenten waren waarop ik je net niet zag. Maar och, dit is geen verliefdheid, dit is niet meer dan het 'een beetje spijtig vinden'. Dus veel plezier (fout woord? het is te laat om een ander te zoeken) daar, in Guatemala, waar ook mijn zusje haar hart verloor. Ik hoor je later wel, blijf je bloggen? Mocht je in de westerse stad Antigua zitten, dan lukt dat wel, met die internetverbinding. x
BeantwoordenVerwijderenen dat dat hier altijd maar beter wordt, die blog.
BeantwoordenVerwijderenhou ons op de hoogte, niet van wat er daar gebeurt, maar wat dat met jou doet!
Goed bezig Sam, ik lees het graag. Pas de panique. Vrijheid is blijheid (heb ik in Guatemala geleerd). succes ginder! wanneer vertrek je?
BeantwoordenVerwijderenIk beleef morgen mijn laatste vrije viervijfde dag. De adempauze voor het weekend, het feit waar de wereld raar op neerkijkt. Niet zo hard werken tot je amandelen beginnen te zwellen en je ogen dichttrekken van het computerprut? Kom op zeg! Vroeger deden we wel anders!
BeantwoordenVerwijderenIn het achterkamertje met kapotte verwarming zwichtte ik voor de knutselpartijen en creatieve uitdagingen die het luik communicatie stelt. Maar eerlijk gezegd zwichtte ik ook voor De Werknorm die keihard op m'n bek slaat zo net voor halverwege de twintig.
En dan sus ik mezelf: 't is maar voor een paar jaartjes. Dan is het gedaan met de banaan, dan ga ik voor fruitpap en versgebakken frambozentaarten, en verloren aangezichten op de hoek van een straat, babbeltjes met hoofddoekvrouwtjes, dingen op poten zetten waar geen salaris bij aan te pas komt (who needs money anyway, zal ik dan lakoniek zeggen, terwijl ik een verse vijg van een struik pluk), en doelloze lifts naar nergens, waar het zo warm is dat de warme wind onder je kleren streelt.
't Is een eer om van jou 1,5/5de over te pakken, ook echt een uitdaging. Zoals de enorme voetsporen van in Notre Terre.
Ik wens je een heel mooie tijd!