dinsdag 29 juni 2010

De zweetbeer

Neuzen liegen nooit. Daarnet was het weer zover. Aan de vergadertafel zat een zweetbeer. Kleffe walmen van ongewassen oksel, plakkende bilnaad, parelend rug -en aangekoekt schaamhaar golfden voorbij.

Zoals gebruikelijk bij zweetberen moest je geen windhaan zijn om de haard te lokaliseren. Schuin over me: een man. Uiteraard. Alleen mannen (alleen) wassen zich te weinig. Met een baard, natuurlijk, etensresten incluis. Als hij sprak kraakte zijn stijfgezweten hemd. Ik telde vijf okseloevers in gebroken wit en metselde een muurtje van snot in mijn neusvleugel.

Op de weg naar huis dacht ik: misschien ligt het aan mijn neus? Mijn reukorgaan is er de laatste tijd, omgekeerd evenredig met mijn ogen, op vooruit gegaan. Specialiteit: dode dieren in stilstaand water, groenafval in gesloten zakjes, adems in mijn gezicht, zweetberen aan mijn zijde. Geen vuiltje aan de lucht of ik heb het opgesnuffeld.

Maar daar belde een medevergaderaar me al op om me gerust te stellen. Ook zij leek de okselhaarklonters door haar bosbessenmilkshake te proeven. Vanavond wás ik mezelf. Ik begin met mijn neusharen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

 
Creative Commons License
werk van Sam Verhaert is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 2.0 België licentie.