donderdag 9 september 2010

Beste Peter Holvoet-Hanssen,

Beste stadsdichter,

U weet toch: stadswallen hebben oren.

Ze hoorden mijn naam in een glas op een feestje vallen – daar waar ze zomers fabriceerden. Ze slikten even maar draaiden het al gauw van tong tot tong. Luistervinken vliegen niet, ze lopen als een vuurtje. Rad van tong wij Antwerpenaren. Loze vinken aan het spit, soms.

Ze zeiden dat ze je hoorden zeggen dat: je in je tweede dichtjaar wel 's iets met 'de jonge garde' wilde doen. En mij noemde, begot! Benoemen misschien, dat past beter bij een garde. Eerlijk? ik wil ook wel 's iets met een oude garde doen. Laat maar komen, je verhaal. Dichten op commando, gardes leren dat van jongsafaan.

Maar. Wat u vast niet weet, Peter: ik schrijf straks vanuit een andere stad aan de stroom, een oceaan verder. Kunnen letters zwemmen, vraag je. Een o drijft, off course, maar een i gaat meteen de dieperik in. Gelukkig varen er tussen Buenos Aires en Antwerpen containerbegrippen als ding, verhaal en containerbegrip.

Je leest me nog,


Sam Verhaert

3 opmerkingen:

  1. Edelbeste,

    ik mail, zeer verheugd om deze uitgestoken hand.

    Peter Holvoet-Hanssen www.kapersnest.be
    klik 'Stadsichter' www.antwerpen.be/boekenstad

    BeantwoordenVerwijderen
  2. pardon Stads D ich T er, komaan we maken er
    voortaan StadsPeter van

    BeantwoordenVerwijderen

 
Creative Commons License
werk van Sam Verhaert is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 2.0 België licentie.